In Weststellingwerf geldt per 23 april 2021 een voorlopige stop op geitenhouderijen. Voor de drie vergunningsaanvragen voor geitenhouderijen die vóór de geitenstop zijn binnengekomen, is het besluit van 23 april niet van toepassing. Het college van burgemeester en wethouders besluit dat er voor deze aanvragen een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. Hiermee wordt vastgesteld wat de effecten van de geitenhouderij zijn op het milieu. Gezondheid is één van de aspecten die hierbij van belang is. 

Aanpassingen geitenhouderijen 

Het gaat om een melkveehouderij aan de Boekelterweg 11 in Boijl. De aanvrager wil de melkveehouderij aanpassen naar een geitenhouderij met 1.999 geiten. Ook een bedrijf aan Vinkegavaartweg 10 in De Hoeve heeft een vergunningsaanvraag gedaan voor een aanpassing naar 
een geitenhouderij met 1.175 geiten. Beide bedrijven moeten een milieueffectrapport indienen. De vergunningsaanvragen zijn daarom geweigerd. 

Uitbreiding geitenhouderij 

Daarnaast heeft een bestaande geitenhouderij aan Hoofdweg 229a in Oldeholtpade een omgevingsvergunning aangevraagd voor een uitbreiding van de geitenhouderij met ongeveer 1.300 geiten. Voor deze aanvraag is ook een milieueffectrapport verplicht. De aanvraag wordt buiten behandeling gelaten.

Waarom een voorlopige geitenstop? 

Nieuwe geitenhouderijen en uitbreiding van bestaande geitenhouderijen zijn door de voorlopige geitenstop in de hele gemeente niet toegestaan. Ook mag een bestaande veehouderij niet veranderd worden naar een geitenhouderij. De gemeente heeft deze maatregel genomen omdat, met de huidige kennis van zaken, negatieve gezondheidseffecten rondom geitenhouderijen niet kunnen worden uitgesloten. Het RIVM doet hier vervolgonderzoek naar.