De geboortepapieren van Weststellingwerf
Het gebied Stellingwerf vormde ongeveer twee eeuwen lang een zelfstandige boerenrepubliek, die zich vaak verbond met de noordelijke Friese buren. In 1230 werden de bewoners van het westelijk deel ’Frisones de Cunre et Lenna’ genoemd. De vroegste vermelding van ‘Stellingwarf’ is uit 1309. ‘Werf’ of ‘warf’ had de betekenis van plaats of streek, terwijl met ‘stelling’ een dorpsrechter werd aangeduid. Twaalf oostelijker gelegen dorpen sloten zich in 1328 aan. In 1504 werd Stellingwerf officieel onderdeel van het gewest Friesland. In 1517 splitste de grietenij zich op in Oost- en Weststellingwerf.

De bisschop van Utrecht geeft de geestelijken in zijn bisdom opdracht om maatregelen te nemen tegen de Friezen van Stellingwarf et Scoterwarf’ die het Land van Vollenhove zijn binnengevallen.

‘Lyckle Eblens heeft commissie up die helft van den Grietenye van Stellingwerff, ende die gehele Grietenye in Scoterlant’, zoals vermeld in ‘1ste Privilege-boek ’s Hofs van Vriesland’, 18 februari 1517.

In 1350 werd door de Stellingwerven een zegel gebruikt met daarop een onduidelijk dier; waarschijnlijk een leeuw of een wolf. Pas in de 17e eeuw kwam de griffioen in het wapen van West- en Ooststellingwerf. De gemeente kreeg op 25 maart 1818 bij Koninklijk Besluit bericht dat het wapen officieel was vastgesteld met als beschrijving: ‘Zijnde van zilver beladen met een griffioen van keel, het hoofd achterwaarts dragende, houdende tusschen de voor- en achterpoten een roode bal, beladen met een vijfpuntige ster van zilver. Het schild gedekt met een gouden kroon’.