Een dorpsdiner, een centrale ontmoetingsplek, een fit test, een gezamenlijke moestuin: binnen de bloeizones in Zuidoost Friesland worden allerlei initiatieven ontplooid. Het doel is om de eigen omgeving zó in te richten, dat de mensen die er wonen langer, gelukkiger en gezonder leven. De bloeizones zijn geïnspireerd op de zogenaamde blue zones. 

Op de wereld zijn een aantal van die blue zones te vinden. Het zijn plekken waar per ongeluk de ideale omstandigheden zijn ontstaan voor een lang en gezond leven.

Vaak zijn het relatief geïsoleerde gebieden, zoals de eilanden van Okinawa in Japan, het Italiaanse eiland Sardinië en het Zweedse Öland. Mensen leven er een redelijk traditioneel leven, met veel lichamelijke activiteit, lokaal eten en een hechte samenleving. “De blue zones laten zien dat gezondheid meer is dan de afwezigheid van ziekte”, zegt directeur Daan Bultje van het Healthy Ageing Netwerk Noord Nederland (HANNN). “Het heeft ook te maken met een optimale omgeving en een gemeenschap waar mensen naar elkaar omkijken.”

Zorgvraag voorkomen

De gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Heerenveen geven via Regio Deal Zuidoost Friesland financiële steun aan acht bloeizones. 
Wethouder Esther Verhagen van Ooststellingwerf: “In de bloeizones worden vernieuwende concepten ontwikkeld, gericht op preventie, positieve gezondheid en ondersteuning van inwoners. Daar kunnen we veel van leren. Vanuit de Regio Deal ondersteunen wij de bloeizones, om ze een extra boost te geven en van hen te leren. We willen onderzoeken wat de toegevoegde waarde is van een bloeizone, voor inwoners en het dorp, maar ook voor bijvoorbeeld ondernemers, de huisarts en de gemeente.” 
Projectleider Hammie Bosma vult aan: “Bij de gemeenten ligt nu de uitdaging om de bloeizones op een voor hen passende manier te ondersteunen. Belangrijk daarbij is dat de bloeizones echt van de dorpen/wijken is en blijft.”

Hechte mienskip

Acht bloeizones in Zuidoost Friesland kregen subsidie om hun plannen uit te voeren. In Aldeboarn, Appelscha, Bakkeveen, De Wilgen, Haulerwijk, Himsterhout, Steggerda en Wijnjewoude zijn bloeizones gestart. Het initiatief is van de dorpen zelf. Ze worden ondersteund door het HANNN. In tegenstelling tot de blue zones, is Fryslân natuurlijk geen geïsoleerd gebied. “Maar we hebben hier vaak wél een hechte mienskip”, weet Daan van het HANNN. “Vanuit die mienskip kun je samen werken aan een optimale leefomgeving.” De gemeenten steunen de bloeizones vanuit de Regio Deal. Ze hopen op een bloeizone-sneeuwbaleffect in heel Zuidoost Friesland, waarbij inwoners geïnspireerd raken om zélf in hun dorp aan de slag te gaan of verder te gaan met hun eigen ideeën voor een bloeizone.

Centraal aanspreekpunt voor alle bloeizones is Sanne van de Kamp, project- en communicatiemedewerker bij het HANNN. De vraag die zij het meest krijgt, is: hoe moeten we beginnen? Daar heeft ze een concreet antwoord op. “We beginnen meestal met een bijeenkomst in het dorp”, legt Sanne uit. “We geven dan een presentatie over bloeizones. En vaak worden er ter plekke al werkgroepen gevormd, die daarna samen aan de slag gaan.”

Ondersteuning

Omdat de inwoners de leefbaarheid binnen hun eigen dorp of wijk verbeteren, is motivatie over het algemeen geen probleem. Sanne zorgt ook voor ondersteuning in de vorm van de centrale website www.bloeizone.frl, bloeizone-infomails en netwerkbijeenkomsten voor de deelnemers aan de bloeizones. “Op die manier leren bloeizones van elkaar en kunnen ze elkaar inspireren. Daarnaast sta ik klaar om alle vragen te beantwoorden en denk ik graag mee.”

Het is belangrijk dat de plannen binnen een bloeizone van onderop komen, dus bij de inwoners zelf vandaan. “Het liefst van een groep enthousiaste mensen die goed in het netwerk van het dorp zit”, licht Daan nader toe. “Het is het mooiste als er een soort motortje op gang komt, dat steeds weer nieuwe lokale initiatieven aanjaagt.” Het succes is vaak het grootst in kleinere dorpen of wijken, omdat mensen elkaar daar beter kennen. “Dat wil niet zeggen dat een bloeizone in een groter dorp of in een stad geen kans van slagen heeft. Maar wel dat je in een stad beter op wijkniveau kunt opereren.”

Gelijkgestemden

Mensen met ideeën moeten vooral niet op het officiële bloeizone-stempel wachten, benadrukt Daan. “Het gaat erom dat je gelijkgestemden opzoekt en die zijn er altijd! Dat kan het Plaatselijk Belang zijn, of de lokale huisarts. Samen inventariseer je eerst wat er al is en wat er moet gebeuren.” In totaal zijn er in Fryslân 17 bestaande bloeizones, plus 4 in ontwikkeling. “Soms gaan we met initiatiefnemers in gesprek en komen we tot de conclusie dat een dorp of wijk al een bloeizone ís”, voegt Sanne toe. “Maar dat verhindert natuurlijk niet dat er meer mooie initiatieven binnen die bloeizone kunnen komen!”