De inhoud is geladen.

Omgevingsplan

Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking. De Omgevingswet gaat over de ruimte waarin mensen wonen, werken en ontspannen. Deze nieuwe wet voegt oude wetten samen en bevat regels voor wat er buiten te zien, ruiken en horen is. Weten wat er mag en of er een vergunning nodig is, is op te zoeken in het Omgevingsloket. In dit loket staan alle regels en plannen van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk.

De Omgevingswet regelt dat elke gemeente één omgevingsplan moet maken. Dat plan moet in 2032 klaar zijn. Tot die tijd tellen alle ruimtelijke regels die de gemeente onder de oude wetten heeft gemaakt samen als één tijdelijk omgevingsplan. Deze regels staan bijvoorbeeld in een bestemmingsplan, wijzigingsplan of verordening.

Dit tijdelijke plan bestaat daarnaast uit rijksregels over activiteiten (aangeduid als de bruidsschat). De regels die nu gelden zijn in het Omgevingsloket zichtbaar via Regels op de Kaart.

Van tijdelijk naar nieuw omgevingsplan

Uiterlijk in 2032 moet de gemeente een nieuw omgevingsplan klaar hebben. Dat nieuwe plan zal stapsgewijs tot stand komen door het tijdelijk omgevingsplan in onderdelen aan te vullen en te vernieuwen. Er kunnen nieuwe regels voor een bepaalde locatie worden opgenomen (bijvoorbeeld voor een nieuw te ontwikkelen woongebied), maar ook nieuwe regels die voor de hele gemeente gelden.

In 2023 heeft de gemeente een aantal ontwerpplannen (bestemmingsplan en wijzigingsplan) ter inzage gelegd. Deze plannen worden nog onder de oude wet behandeld. Zodra deze plannen in werking zijn, maken ze onderdeel uit van het tijdelijk omgevingsplan. Deze plannen worden waarschijnlijk de eerste toevoegingen op het plan.

Jouw mening over een wijziging van het omgevingsplan

Plannen van de overheid, een ontwikkelaar, van jou of jouw buren kunnen reden zijn voor een wijziging van het omgevingsplan. Afhankelijk van de aard en omvang van het plan kan het belangrijk zijn om de omgeving vooraf aan een procedure te betrekken. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door een inloopbijeenkomst te organiseren. Door in gesprek te gaan, kan een plan soms beter worden doordat het voor alle belanghebbenden een goed plan wordt in plaats van alleen voor de initiatiefnemer. Dat noemen we participatie. Als belangen tegenstrijdig zijn, lukt het niet altijd om een plan te maken waar iedereen tevreden over is. Dat kan ook de uitkomst van participatie zijn. De initiatiefnemer kan kiezen om het plan dan toch in procedure te brengen. Het is dan aan de gemeente om uiteindelijk een besluit te nemen. 

Je kunt tijdens de procedure ook nog jouw mening geven. Dat heet een zienswijze. Je moet een zienswijze indienen binnen 6 weken nadat wij het ontwerp van de wijziging hebben gepubliceerd. We publiceren dit in het digitaal gemeenteblad. In de publicatie wordt vermeld hoe de zienswijze kan worden ingediend. Wij nemen alle zienswijzen die op tijd zijn ingediend mee voordat een omgevingsplan wordt vastgesteld. Ben je het daarna niet eens met het plan? Dan kun je nog in beroep bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Wil je zelf het omgevingsplan laten wijzigen? 

Dan kun je daarvoor een aanvraag indienen. Wij raden wel aan eerst participatie voor de omgeving te organiseren en een principeverzoek in te dienen. Kijk voor meer informatie op de pagina Omgevingsplan wijzigen