Zij onderzoeken welke vleermuissoorten waar voorkomen. Deze informatie is belangrijk voor het opstellen van het Soortenmanagementplan (SMP) van de gemeenten. Hierin wordt duidelijk hoe het ervoor staat met de populaties gebouw-bewonende vleermuissoorten, huis- en gierzwaluwen en huismussen en hoe we deze beter kunnen beschermen.  

Natuurvriendelijk isoleren 

Veel woningen zijn nog niet goed geïsoleerd. Een huis isoleren kan bijvoorbeeld met dak- of spouwmuurisolatie. Hierbij is het belangrijk om vooraf te controleren of er geen vogels of vleermuizen in de spouwmuren of onder het dak zitten. Hen verjagen of doden is namelijk verboden. Om te zorgen dat deze diersoorten niet verstoord worden moeten inwoners zelf kostbaar ecologisch onderzoek laten uitvoeren.   

De OWO-gemeenten vinden het belangrijk dat het voor inwoners betaalbaar is om hun huizen te isoleren. Daarom laten zij voor alle dorpskernen in één keer ecologisch onderzoek uitvoeren. Zodra dit onderzoek is afgerond en de gemeenten een Soortenmanagementplan hebben, hoeven inwoners niet meer zelf onderzoek uit te voeren. Natuurvriendelijk isoleren is wel verplicht. Door natuurvriendelijk te isoleren, krijgen deze dieren de kans om uit te vliegen voordat er wordt geïsoleerd.  

De OWO-gemeenten plaatsen samen ook meer dan 60 kraamverblijven voor vleermuizen in de drie gemeenten.  

Onderzoek in de nacht 

De ecologen werken in de avond, na zonsondergang. Ze fietsen of lopen door de gemeenten, met apparatuur zoals batdetectoren (apparaat dat ultrageluid kan registreren en omzetten in hoorbaar geluid) en warmtebeeldcamera’s om de vleermuizen te zoeken. Elk bezoek duurt minimaal 2,5 uur. Wethouder Durk Durksz (Opsterland) en wethouder Gerben But (Ooststellingwerf) fietsen donderdagavond 5 september om 22:30 uur mee met ecologen Daniëlle en Adriaan van GRAS Advies.